Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1554 Cruijdeboeck met transcriptie (overgeschreven)
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ

Voorwerk Nederlandse, Duitse, Franse, apothekers-, Latijnse en Griekse namen

Deel 1

Deel 2

Deel 3

Deel 4 Corenen, Legumina, Distelen ende dyerghelijcke
Planten Alfabetisch

Deel 5

Deel 6

Register van die cracht der Cruyden
 
Oude Nederlandse namen
* Project Dodoens
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 21-01-2023

«  Cruijdeboeck deel 4 capitel 17, bladzijde 515-516  Zie volgende pagina »

Van Roomsche Boonkens.   Cap. xvii.

1  

Phaseolus vulgaris - Boon

Tfatsoen

     Noot: Dit is niet de al bij de Romeinen bekende tuinboon, maar de gewone boon, waartoe de stam- en stoksnijbonen, stam- en stokslabonen, spekbonen, bruine bonen, witte bonen enzovoort behoren.

 

Phaseolus vulgaris - Boon

Zie alle foto's van Biopix (van 1 merk)

Phaseolus, Phaseolus dolichos, Smilax cepea, Smilax hortensis, Faseolus, Dolichus, Roomsche Boonkens (Roomsche Boonen), vruchten ("hauwkens"): Loboi, Lobia, Siliquae, Lubia

  • 1644 Vlaams: Boonkens (Roomsche oft Turksche)
  • 1616 Latijn: Dolichus sive Phaseolus [519]
  • 1554/1557: Bonen (Welsch), Boonen (Roomsche), Dolichus, Faseolus, Lobi, Lubia, Phaseoles, Phaseolus, Siliquae, Smilax hortensis

Overzicht Phaseolus vulgaris op deze site

Alle foto's van Phaseolus vulgaris op internet

Phaseolus vulgaris bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ

Phaseolus vulgaris in Plantago PlantIndex

 

[515]   Die Roomsche Boonkens hebben langhe dunne stelen/ seer hooch wassende ende climmende als sy van eenighen staken oft langhe stocken behelp hebben/ daer sy huer om winden ghelijck dat Hoppecruyt/ want anders zoo cruypen zy lancx der aerden ende brenghen gheen vruchten voort. Die bladeren sijn breet schier ghelijck die bladeren van Veyl/ ende staen ghemeynlick huer derder by een ghelijck die Claverbladeren. Die bloemen sijn som wit som root/ ende als die vergaen zoo comen daer langhe hauwen voort/ die somtijts wat cromachtich sijn. Ende daer in ligghen die Boonkens/ die minder sijn dan die ghemeyne Boonen/ anders plat ende huer niet seer onghelijck ghefatsoeneert ghelijck een niere/ die van verwen som root/ som geel/ som wit/ som swert ende som ghescaeckiert ende van veelderhande vervwen ghespeeckelt sijn. Ende dese vruchten sijn goet ende liefelijck om eten ende worden eer sy rijp sijn met hueren hauwen ghesoden ende alzoo ghegheten.

Plaetse

Dese Boonkens worden hier te lande in die hoven gheplant/ ende wassen gheerne in goede aerde/ ende op plaetsen daer die sonne veel schijnt.

Tijt

Dese Boonkens moeten gheplant worden in Aprille alsmen gheen coude oft rijmen meer en verwacht/ want die en kunnen dese Boonkens niet ghelijden als zy ierst uutcomen. In Ooghstmaent ende Herfstmaent worden dese Boonkens rijp.

Naem

Dit gheslacht van Boonen wordt gheheeten in Griecx Phaseolus Dolichos/ ende Smilax

 

[516]    cepea. In Latijn Faseolus, Dolichos en Smilax hortensis/ ende die hauwen oft vruchten worden ghenaemt Loboi ende Lobia/ dat es Latijn Siliquae/ van Serapio Lubia. In Hoochduytsch heeten dese Boonkens Welsche Boonen. Hier te lande Roomsche Boonen. In Franchois Phasioles.

Natuere

Roomsche Boonkens sijn wat werm ende vochtich van natueren als die Arabeusche meesters scrijven.

Cracht ende werckinghe

A   Roomsche Boonkens voor spijse inghenomen gheven redelick voetsel/ ende en maken gheen winden ghelijck sommighe andere Legumina/ ende doen lichten camerganck hebben als Hippocrates ende Diocles scrijven.

B   Die hauwen met den boonkens eer zy rijp sijn/ ghesoden ende ghegeten doen water maken ende swaere droomen hebben/ als Dioscorides seyt.

 

^Naar het begin van