Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1554 Cruijdeboeck met transcriptie (overgeschreven)
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ

Voorwerk Nederlandse, Duitse, Franse, apothekers-, Latijnse en Griekse namen

Deel 1

Deel 2

Deel 3

Deel 4

Deel 5 Cruyden, wortelen ende vruchten, diemen in die spijse ghebruyckt Planten Alfabetisch

Deel 6

Register van die cracht der Cruyden
 
Oude Nederlandse namen
* Project Dodoens
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 28-04-2023

«  Cruijdeboeck deel 5 capitel 6, bladzijde 588-592   Zie volgende pagina »

Van Koolen.   Cap. vi.

Brassica oleracea - cultivars - Kool (en andere gekweekte rassen)

  Brassica rapa - Raapzaad
Brassica nigra - Zwarte mosterd
Brassica oleracea - Kool
Brassica juncea - Sareptamosterd
Brassica napus - Koolzaad
  Brassica carinata - Abessijnse mosterd
   
"witte Koolen"  
1  

Brassica oleracea (capitata) var. alba - Witte kool

2  

Brassica oleracea var. sabauda - Savooiekool

3  

Brassica oleracea var. botrytis - Bloemkool

4  

Brassica napus var. napobrassica - Koolraap

5  
 

Brassica rapa var. rapa - Knolraap

6  

Brassica oleracea var. viridis - Zwarte kool

   
"roode Koolen"  
1  

Brassica oleracea (acephala) var. rubra - Rodekool

2  
 

Brassica oleracea (capitata) var. rubra - Rodekool

3  

Brassica oleracea var. acephala (Brassica oleracea var. gongylodes) - Koolrabi

4  

Brassica oleracea var. sabellica - Boerenkool

5  

Brassica rapa 'Sylvestris' (Brassica rapa var. rapifera) - Meiraap

 

Brassica oleracea-cultivars - Kool (en andere gekweekte rassen)

Crambe hemera, Crambae hemerae, Brassica sativa, Brassicae sativae (Caules), Koolen

 

Volgens een bekende theorie zijn veel koolsoorten ontstaan uit drie verschillende voorouders:
Brassica rapa - Raapzaad

   

Brassica nigra - Zwarte mosterd

Bioweb

  • 1644 Vlaams: Mostaertcruydt (Tweede Tam oft Ghemeyn)
  • 1616 Latijn: Sinapi sativum prius [706]
  • 1554/1557: Mostaert, Mostaert (ghemeyn), Moustarde, Moustarde de iardin, Senevé, Senevé de iardin, Senevé domestique, Senff, Senff (zamer), Sinapi, Sinapi commune, Sinapis, Sinapium

Brassica oleracea - Kool

 
Door natuurlijke soortskruisingen zijn de volgende drie koolsoorten ontstaan:

Brassica juncea - Sareptamosterd

uit Brassica nigra en Brassica rapa

Brassica napus var. napus - Koolzaad

Bioweb

uit Brassica rapa en Brassica oleracea
  • 1644 Vlaams: Rapen (Ghemeyne)
  • 1616 Latijn: Rapum vulgare [673]
  • 1554/1557: Naveau rond, Rapa, Rapen, Ruben
Brassica carinata - Abessijnse mosterd

uit Brassica nigra en Brassica oleracea

Tgheslacht

Die Koolen sijn veelderhande van gheslachte/ van wesen ende van fatsoene malcanderen niet seer ghelijck/ die altsamen ierst onder twee gheslachten begrepen worden/ waer af dat deen gheslacht tam es/ ende dat ander wildt/ ende daer naer wederom in andere gheslachten ghedeylt/ want die tamme sijn som wit ende som root/ ende elck van desen es oock veelderhande.

Tfatsoen

Brassica oleracea (capitata) var. alba - Witte kool

 

Brassica Tritiana, Brassica capitata, Brassica sessilis capitata, Imperialis, (ghemeyne) witte Sluytkoolen (Cabuyskoolen)

  • 1644 Vlaams: Koole (Witte Kabuys- oft Witte Sluyt-)
  • 1616 Latijn: Brassica capitata albida [623]

[589]   1   Dat ierste gheslacht van witten Koolen dat sijn die ghemeyne witte Sluytkoolen/ ende dese hebben groote breede bladeren/ met vele dicke ribben ghelijck aderen duertooghen/ van den welcken die ierste eer die Koolen sluyten wit gruen sijn/ ende die andere naervolghende heel sneewit/ die zoo vast in een groeyen/ over malcanderen wassen/ ende in een sluyten/ dat sy tsamen eenen grooten ronden cloot ghelijck worden. Ende als dese Koolen den winter overghestaen hebben/ zoo ontsluyten sy huer ende brenghen bloemen ende saet voort ghelijck andere Koolen.

Brassica oleracea var. sabauda - Savooiekool

Brassica Lacuturria, Brassica sabauda, Savoyssche Koolen (Savoye Koolen)

  • 1644 Vlaams: Koole (Savoye- oft Savoysche)
  • 1616 Latijn: Brassica sabauda [624]
  • 1554/1557: Brassica sativa, Brassica lacuturria, Caules, Chou de Savoye, Choux cultivés, Kolen, Koolen, Koolen (Savoy-)

2   Dat ander gheslacht van Witte koolen dat zijn die koolen die men Savoyssche koolen heet. Dese Koolen sijn den witten Sluytkoolen seer ghelijck/ ende sluyten huer oock toe/ maer niet zoo vast/ noch en worden oock zoo groot oft zoo ront niet/ als die voorghescreven/ maer blijven minder/ ende van figuere langher. Dese Koolen kunnen seer qualicken die coude verdraghen/ ende sterven ghemeynlick alst beghint te vriesene/ maer als die winter suet es/ ghelijck hy nu int iaer naer ons heeren Jesu Christi gheboorte M.D.LJ gheweest es/ zoo brenghen dese Koolen naer den winter stelen met schoonen sneewitten bloemen voort/ ende daer naer huer saet in cleyne hauwkens ghelijck die andere Koolen.

Brassica oleracea var. botrytis - Bloemkool

Brassica Pompeiana, Brassica Cypria, Cauliflores, Bloemkoolen

  • 1644 Vlaams: Koole (Bloem-)
  • 1616 Latijn: Brassica cauliflora [624]
  • 1554/1557: Brassica sativa, Brassica Pompeiana, Brassica Cypria, Caules, Cauliflores, Chou de Cypre, Chou flory, Choux cultivés, Kolen, Koolen, Koolen (Bloem-)

3   Dat derde gheslacht van witten Koolen es een seer vremt gheslacht/ ende wordt Bloemkoole ghenaemt. Ende dit heeft ierst witgruene bladeren/ gelijck die witte Koolen/ ende daer naer zoo coemt in dmiddel van dyen in plaetse van witte ghesloten bladeren/ veel witte dicke saechte stelen/ seer vele corte sijde tacxkens hebbende/ die meest al tsamen boven effen even lanck uutcomen/ ende vast in een ghedronghen groeyen/ ende

 

[590]   dese stelen alzoo wassende worden die bloeme van desen koole gheheeten.

Brassica napus var. napobrassica - Koolraap

Brassica caule rapum gerens, Caules, Rapaecaulis, Raepkoolen

  • 1644 Vlaams: Koole (Raep-)
  • 1616 Latijn: Brassica caule rapum gerens [625]
  • 1554/1557: Brassica sativa, Caules, Chou de rave, Choux cultivés, Kolen, Koolen, Raepskoolen, Rapaecaulis

 

Brassica rapa var. rapa - Knolraap

Brassica caule rapum gerens, Caules, Rapaecaulis, Raepkoolen

4   Tvierde gheslacht datmen Raepkoolen noempt heeft witgruene bladeren ghelijck die andere Witte koolen/ maer blyven onghesloten alzoo dat sy gheen tsamen in een ghesloten croppen en hebben/ maer brenghen eenen grooten ronden knoop ghelijck een Rape voort/ die onder die bladeren rechts boven der aerden groeyet/ die van binnen wit es ghelijck een Rape/ ende ghelijck een Rape bereyt ende ghegheten wordt.

Brassica oleracea var. viridis - Zwarte kool

Brassica nigra, Caulis nigra, Negrecaules, swerte Koolen

  • 1644 Vlaams: Koole (Bruyn-groene oft Swarte)
  • 1616 Latijn: Brassica nigra [625]
  • 1554/1557: Brassica sativa, Caules, Caulis nigra, Chou noir, Choux cultivés, Koolen (swerte), Negre caules

5   Onder tgheslacht van Witten koolen wordt nu ter tijt oock noch een seer vremt gheslacht begrepen datmen Swerte koolen nu ter tijtheet. Ende dit gheslacht heeft hooghe langhe stelen/ ende groote breede swertgruene bladeren/ die seer oneffen ende gherimpelt sijn. Die bloemen sijn geel. Tsaet ende die hauwen sijn den anderen koolen ghelijck.

Tfatsoen van den rooden koolen

Brassica oleracea (capitata) var. rubra - Rode kool

Brassica Cumana, Brassica rubra, Leia, roode Koolen (groote roo Koolen)

  • 1644 Vlaams: Koole (Groote Roode oft Kabuys-), Rooskens
  • 1616 Latijn: Brassica rubra capitata [621]
  • 1554/1557: Brassica sativa, Brassica Lacuturria, Brassica sessilis capitata, Brassica Tritiana, Cabuyskoolen, Caules, Chou cabu (blanc et rouge), Choux cultivés, Imperialis, Kappiszkraut, Kolen, Koolen, Koolen (witte en roode Sluyt-), Rooskens (Rooskens Koolen)

1   Dierste gheslacht van Rooden koolen heeft groote breede/ effene/ bruyne/ doncker/ roodachtighe/ gruene bladeren/ met roodachtighe ribben ghelijck aderen duertoghen. Die bloemen sijn geel/ die hauwkens dun ende lanck. Tsaet es cleyn ront ende van buyten bruyn van binnen geelachtich den Raepsade seer ghelijck maer meerder.

Brassica oleracea (capitata) var. rubra - Rode kool

Brassica Lacuturria, Rooskens (roode Sluytkoolen)

  • 1644 Vlaams: Koole (Groote Roode oft Kabuys-), Rooskens
  • 1616 Latijn: Brassica rubra capitata [621]
  • 1554/1557: Brassica sativa, Brassica Lacuturria, Brassica sessilis capitata, Brassica Tritiana, Cabuyskoolen, Caules, Chou cabu (blanc et rouge), Choux cultivés, Imperialis, Kappiszkraut, Kolen, Koolen, Koolen (witte en roode Sluyt-), Rooskens (Rooskens Koolen)

2   Tweede gheslacht dat men Rooskens heet/ es den voorghescreven ierst van bladeren ghelijck/ maer daer naer zoo crijghet in dmiddel bladeren in een ende over een wassende tsamen toe sluytende/ ghelijck die witte Sluytkoolen/ die van verwen licht root sijn.

Brassica oleracea var. acephala (Brassica oleracea var. gongylodes) - Koolrabi

Brassica Apiana, Felinoidis, Koolen met ghehackelde bladeren (ghehackelde Koolen)

  • 1644 Vlaams: Koole (Ghehackelde)
  • 1616 Latijn: Brassica selinoides [622]
  • 1554/1557: Brassica sativa, Brassica Cumana sive rubra, Brassica Apiana, Caules, Chou à fueilles déchiquetées, Chou poly, Chou rouge, Choux cultivés, Kolen, Koolen, Koolen (ghehackelde), Koolen (groote Roo-), Roterkolen (breyter)

3   Tderde gheslacht van Roode koolen heeft bladeren die ghehackelt ende duersneden sijn/ anders van verwen bloemen ende sade den iersten ghelijck.

Brassica oleracea var. sabellica - Boerenkool

Brassica Sabellica, Brassica crispa, gecronkelde Koolen

  • 1644 Vlaams: Koole (Ghekronckelde)
  • 1616 Latijn: Brassica crispa [622]
  • 1554/1557: Brassica crispa, Brassica Sabellica, Brassica sativa, Caules, Chou crespu, Choux cultivés, Kolen, Koolen, Koolen (ghecronckelde), Krauserkol

4   Tvierde gheslacht draeght gherimpelde ghecronckelde ende ghefroncelde bladeren/ anders den voorghescreven ghelijck.

 

Brassica rapa 'Sylvestris' (Brassica rapa var. rapifera) - Meiraap

Zie alle foto's van Tuinkrant

Brassica sylvestris Crambe dicta, Slooren

  • 1644 Vlaams: Koole (Kleyne Roode), Slooren
  • 1616 Latijn: Brassica silvestris Crambe dicta [623]
  • 1554/1557: Brassica sativa, Caules, Chou (petit), Choux cultivés, Crambe, Kleinderkolen, Kolen, Koolen, Slooren

Overzicht Brassica rapa 'Sylvestris' en Brassica rapa var. rapifera op deze site

Alle foto's van Brassica rapa 'Sylvestris' en Brassica rapa var. rapifera op internet

Brassica rapa 'Sylvestris' en Brassica rapa var. rapifera bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ

Brassica in Plantago PlantIndex

[591]   Dat vijfste gheslacht van rooden Koolen datmen hier te lande slooren heet/ es dat aldercleynste ende schier een wildt gheslacht/ ende es van bladeren ende stelen veel minder dan dat ierste/ anders den selven gheslachte ghelijck. Dit gheslacht en wordt niet vele in die spijse ghebruyckt/ maer wordt meest alleen ghesaeyet/ om sijn saet/ daer af datmen olie slaet diemen voor raepolie daghelijcx vercoopt.

Plaetse

Alle dese gheslachten van koolen worden in die moeshoven hier te lande gheplant/ Die slooren worden alleen somtijts op die velden ghelijck die rapen ghesayet.

Tijt

Die beste koolen worden ghesaeyet in Meerte/ ende in Meye/ daer naer verplant. In den winter sijnse bequaem om eten/ ende als sy den winter overblijven/ zoo brengen zy in Meerte ende Aprill huer bloemen ende in Meye huer saet.

Sommige koolen sonderlinge die witte sluytkoolen worden oick in die Oostmaent gesaeyet/ die in die Wedemaent oft Slachtmaent verplant worden/ ende in Braeckmaent/ Hoymaent oft Oostmaent sluyten/ ende dan sijnse bequaem om eten.

Naem

Die tamme Koolen worden gheheeten in Griecx Crambae hemerae. In Latijn Brassicae sativae. In die Apoteken Caules. In Hoochduytsch Kolen. In Nederduytsch Koolen. In Franchois Choux.

1   Dat ierste gheslacht van witten Koolen wordt gheheeten in Latijn van Plinius Brassica Tritiana/ nu ter tijt/ Brassica sessilis capitata, ende Imperialis. In Hoochduytsch Kappiszkraut. Hier te lande witte Sluytkoolen ende Cabuyskoolen. In Franchois Choux Cabuz.

2   Dat tweede gheslacht heet in Latijn van Plinius Brassica Lacuturria. Hier te lande Savoye koolen. In Franchois Choux de savoy.

3   Tderde gheslacht wordt gheheeten in Latijn Brassica Pompeiana/ nu ter tijt Brassica Cypria, In Italien Cauliflores, Hier te lande Bloemkoolen. In Franchois Choux floriz.

4   Tvierde geslacht es nu ter tijt ghenaempt Rapecaulis, ende in duytsch Raepkoolen.

Tvijfste wordt gheheeten Caulis nigra. In Italien Negre caules, dat is in duytsch swerte koolen.

1   Dierste geslacht van Rooden koolen/ heet in Griecx van Cato Leia. In Latijn van Plinius Brassica Cumana. In Hoochduytsch Breyter roter kolen. Hier te lande Groote roo koolen. In Franchois Choux rouges.

2   Tweede geslacht wordt oick ghenaemt Brassica Lacuturria. Hier te lande Rooskens ende roode sluytkoolen.

3   Tderde gheslacht met den ghehackelden bladeren es genaemt in Griecx Felinoidis. In Latijn Brassica Apiana. Hier te lande Ghehackelde koolen.

4   Die vierde roode Koole wordt gheheeten Brassica Sabellica, ende nu ter tijt Brassica Crispa, In Hoochduytsch Krauser kol. In Nederduytsch Gecronckelde koolen. In Franchois Choux crespuz.

5   Dvijfste geslacht dat het alderminste es/ wordt genaemt in Hoochduytsch Kleinder kolen. Hier te lande Slooren. Ende dese koolen sijn dat derde geslacht van koolen daer Cato af vermaent/ dat eygentlijck in Griecx Crambe genaemt wordt

Natuere

Koole sijn werm ende drooge in den iersten graedt ende afvagende sonderlinge die roode.

Cracht ende werckinghe

A   Tsap van koolen alleen oft met wat salpeeters ingenomen/ maeckt den buyck weeck/ ende doet camerganck hebben. Tselve doet dat ierste water daer die koolen in gesoden zijn.

B   Tsap van koolen met wijn gedroncken es goet tseghen die beten van den slanghen.

C   Dit selve sap met meel van fenigrieck vermenght/ es goet geleyt op die leden ende voeten daert fledercijn in es.

D   Tsap van koolen es oick goet ghebruyckt tot die oude ende vervuylde sweeringhen ende ulceratien/ want het heylt ende suyvert die selve.

E   Tsap van koolen duer die nuese opgetrocken/ suyvert die herssenen ende dat hooft.

F   Tselve sap met wijn vermenght ende lauw in die oore ghelaten/ es goet tseghen die doofheyt ende tuyten van den ooren.

G   Tsap van koolen van onder in die moeder met een pessus ghesedt/ verweckt die natuerlijcke cranckheyt van den vrouwen.

 

[592]   H   Tselve sap met huenich ghelijck een syrope ghesoden/ ende dickwils gheleckt/ gheneest die heescheyt ende den hoest.

I   Ende alle dese crachten heeft oock dat water daer die Koolen in ghesoden sijn/ sonderlinghe dat ierste sop/ ende dat van den alder slechtsten Rooden koolen/ dat alleen oft met suycker inghenomen seer wel ende lichtelijcken camerganck doet hebben/ ende die natuerlijcke cranckheyt van den vrouwen verweckt.

K   Dit selve water es oock seer goet tot alle wonden/ want als sy dicwils daer mede ghewasschen worden/ zoo suyveret ende gheneset die selve.

L   Die bladeren van Koolen ende sonderlinge die opperste soppekens rouw oft seer luttel ghesoden/ ende met azijn inghenomen/ doen lichten camerganck hebben/ ende dat water lossen ende rijsen/ ende sijn seer goet in deser manieren den miltsuchtigen gebruyckt.

M   Die selve bladere in der selver manieren naer den eten inghenomen ghenesen die dronckenscap ende den hooftsweer daer af coemende.

N   Die bladeren van koolen alleen oft met meel van Gersten mout vermenght sijn goet geleyt op die bloetsweeren ende alderhande heet gheswillen.

O   Die selve ghesoden ende met huenich vermenght/ sijn oock goet geleyt op alle voorts etende quade vervuylde sweeringhen.

P   Tsaet van Koolen met Meede oft huenich water inghenomen/ doodet ende iacht af alle manieren van wormen.

Q   Die stelen ende stocken van Koolen tot asschen verbrant/ ende met oude verckens liese vermenght/ sijn goet tseghen die verouderde pijne ende weedom in die sijde.

R   Koolen in spijse ghebruyckt maken grof ende swaer bloet/ sonderlinghe die Roode. Die witte sijn beter om verteeren/ ende gheven beeter ende bequaemer voetsel/ sonderlinghe als sy tweemael ghesoden sijn.

 

^Naar het begin van deze pagina