Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1554 Cruijdeboeck met transcriptie (overgeschreven)
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ

Voorwerk Nederlandse, Duitse, Franse, apothekers-, Latijnse en Griekse namen

Deel 1

Deel 2

Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6 Van der boomen, haghen, ende alle houtachtighe gewassen, en van huerder vruchten, gummen ende sapen ondersceet, fatsoen, naem, natuere, cracht ende werkinghe Planten Alfabetisch

Register van die cracht der Cruyden
 
Oude Nederlandse namen
* Project Dodoens
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 21-01-2023

«  Cruijdeboeck deel 6 capitel 52, bladzijde 780-781  Zie volgende pagina »

Van Cornoelien.   Cap. lii.

1  

Cornus mas - Gele kornoelje

2  
Cornus sanguinea - Rode kornoelje

Tfatsoen

      Noot: Dodoens onderscheidt slechts één soort, terwijl het in feite om twee soorten gaat. De Crania of Cornus of Cornus mas is de gele kornoelje.

 

Cornus mas - Gele kornoelje

Zie alle foto's van Bioweb Plantengids

 

 

Crania, Cornus, Cornus mas, Thelycrania (ten onrechte), Cornoelieboom

  • 1644 Vlaams: Cornoelieboom (vrucht: Cornoel(i)e)
  • 1616 Latijn: Cornus (vrucht: Cornum) [802]
  • 1554/1557: Cornelbaum, Cornillier domestique, Cornoillier domestique, Cornoelieboom, Cornoille, Cornus mas, Kurbeerbaum, Thierlinbaum

 

Cornus sanguinea - rode kornoelje

Zie alle foto's van Bioweb Plantengids

De Thelycrania (zo bij Theophrastus, letterlijke betekenis: vrouwelijke Crania) is de Cornus foemina, ook Opulus genaamd (Columella), in oud-Vlaams: wilde Vlier

  • 1644 Vlaams: Cornoelie (Wilde)
  • 1616 Latijn: Virga sanguinea [782]
  • 1554/1557: Cornillier sauvage, Cornus foemina, Hartriegel, Opulus, Suin sauvage, Vlier (wilden)

[780]   Die Cornoelieboomen wassen somtijts om hooghe/ ende worden redelijck groot/ ghelijck andere ghemeyne boomen/ en somtijts blijft hy neer/ ende groeyet in maniere van den haghen/ ghelijck sommige andere wilde boomachtighe ghewassen. Het hout van desen boomen es seer hert. Tbloeyesel es bleeckgeel. Die vruchten sijn schoon root/ lanck/ ghefatsoeneert ghelijck Olijfkens/ maer mindere/ ende in elck leyt eenen steen ghelijck in die Oliven.

Plaetse

Die Cornoelieboomen wassen tot veel plaetsen van Duytschlant in dwilt/ ghelijck andere haghen/ Hier te lande worden sy in sommighe hoven ghevonden.

Tijt

Die Cornoelieboom bloeyet vroech in die Meerte/ oft vroegher/ ende daer naer comen die bladeren voort. Die vruchten worden rijp in Oostmaent.

Naem

Dese boom wordt gheheeten in Griecx Crania ende Thelycrania/ In Latijn Cornus/ In Hoochduytsch Cornelbaum/ Thierlinbaum ende Kurbeerbaum/ In Neerduytsch Cornoelieboom/ In Franchois Cornillier ou Cornoillier.

Natuere

Cornoelien sijn cout drooghe ende tsamen treckende van natueren.

Cracht ende werckinghe

A   Cornoelien in spijse oft andersins ghebruyckt/ sijn goet tot den loop des buycx ende

 

 

[781]   root melizoen/ ende sy stercken die weecke maghe die verhit es.

B   Die bladeren ende ionghe soppekens van den boomen/ heylen ende ghenesen die versche wonden/ ende stelpen dat bloeyen daer op gheleyt als Galenus scrijft.