Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1644 Cruydt-Boeck
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ
Voorwerk
Deel 1 Boek
1 Van de gheslachten ende de krachten der Ghewassen
2 in 't Latijn met A. B. C. D. ende E. beghinnend Planten Alfabetisch
3 in 't Latijn met F. G. H. I. K. ende L. beghinnend Planten Alfabetisch
4 in 't Latijn met M. N. O. P. ende Q. beghinnend Planten Alfabetisch
5 in 't Latijn met R. S. T.  ende V. beghinnend Planten Alfabetisch

Deel 2 Boek 6 | 7 | 8 | 9 | 10

Deel 3 Boek 11 | 12 | 13 | 14 | 15

Deel 4 Boek 16 | 17 | 18 | 19 | 20

Deel 5 Boek 21 | 22 | 23 | 24 | 25

Deel 6 Boek 26 | 27 | 28 | 29 | 30

Indiaensche oft Uytlandtsche Boomen, Heesteren ende Cruyden

Nawerk Neder-Duytsche Naemen der Cruyden

   
Middelnederlandse termen
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 28-04-2023

«  Cruydt-Boeck 1644 Deel 1 boek 1 capitel 9, bladzijde 15-16  Zie volgende pagina »

Hoe de krachten der Ghewassen te kennen zijn,
ende eerst door den Reuck

HET IX. CAPITEL

Men kan de Krachten van de ongemengelde geneesmiddelen oft medicamenten / anders Simplen ghe

noemt / door ervarentheyt ende versoeckinge bekennen / ende oock door den smaeck. Het schijnt oock datmen daer af oordelen kan uyt den reuck. Sommighe vande nieuwe schrijvers ende Konstliefhebbers zijn van meyninghe datmen van de krachten der Gewassen / ende bijsonder van de Vierde / best oordelen magh door het leyden ende wijsen van sommighe Mercken oft Teeckenen / de welcke dickwils in de Ghewassen gevonden worden / van haeren eygen aerd voortkomende / ende aengheboren oft ingedruckt zijnde; de welcke in 't Griecks Characterismi 'Charaktèrismoi' heeten.

Reuck

Godt Almachtigh heeft om den wille van de gevoelbare dingen het gevoelen van den Reuck geschapen : nochtans van de ghestaltenisse oft aerd van eenigh dinck te oordeelen oft te beramen ende te raden door den Reuck / en is soo seker ende vast niet als door den Smaeck; als ons Galenus verklaert. Daer zijn nochtans sommighe reucken / de welcke ons noch min noch meer als smaecken beweghen. Want alle suere dinghen / ende bijsonderlijck den Azijn / verwecken den Reuck; soo doen oock de scherpe / als Loock en Aiuyn : de welcke niet alleen den smaeck / maer oock den reuck moeyelijck vallen / ende bijten. Ende alsoo is in sommige dingen by nae een gevoelen soo in 't riecken als in 't smaecken : maer dit geschiet in heel weynige. Somtijdts oock worden de krachten van ettelijcke dinghen uyt den reuck alleen bekent / sonder de hulpe oft toedoen van den smaeck : ghelijckerwijs het ghebeurt met het Mest / ende andere stinckende dinghen / de welcke niemandt en bestaet te proeven oft te smaecken : alsoo oock de spijsen die door rottinghe bedorven zijn / schaden oft zijn moeyelijck met haren reuck alleen; en niemant en wil hem vernederen om die eens te smaecken oft te proeven / maer verworpt die terstont / ende gelooft sijnen reuck alleen. Het welcke hoe wel in dese dinghen geschiet / nochtans zijnder vele andere / wiens krachten ende eygentschap door den reuck niet bekent en konnen gheworden.

Maer de meeste / weerdighste ende krachtighste oorsake / waerom men uyt den reuck niet genoeghsaem oft ten vollen gheoordeelen kan / is de onghelijckheydt van het stof oft wesen : aenghesien dat de lichaemen meest alle van verscheyden gestaltenisse zijn; sulcks dat den reuck van de ghedaente oft wesen van elck deel van dien gheen oordeel gheven en kan; ghelijck dat Galenus in 't vierde boeck van de Krachten der simplen / door het bewijs van de Roose / breeder betoont.

Voordts het stof van de rieckbare dinghen is dompigh oft wasdomachtigh : door goede reden maghmen dan alle de wel oft seer rieckende dinghen voor heet houden / gemerckt dat de menighte van de dompen en roocken van de hitte veroorsaeckt wordt.

Dan Avicenna seydt dat de Reucken niet alleen van de warmte / maer oock van de koelte oft koude voortkomen : ende dat de welrieckende / in de welcke eenighe bijtachtigheyt ghevoelt wordt / warm zijn; maer die eenighsins nae den Azijn oft suer riecken / voor koudt te houden zijn.

Onder de Reucken zijnder sommige lieffelijck en aengenaem / in 't Griecks Euodeis 'Uioodeis', die met de gheesten der herssenen wel over een komen : sommighe stinckende / onlieflijck ende swaer / in 't Griecks Dysodeis 'Dusoodeis'; de welcke met de geesten der herssenen geene gemeynschap en hebben.

De Reucken verschillen van malkanderen met vele verscheydentheden; maer men heeft die noch gheene naemen ghegheven / alsmen de Smaecken ghedaen heeft.

Dan alle dingen die welrieckende zijn / die zijn oock dun ende fijn van deelen; maer sommighe meer en sommighe min. Maer dat gheenen reuck en heeft / dat is grof ende dick van gestaltenisse / als zijn alle soute ende scherpe oft wranghe dinghen : van de welcke indien daer iet afvloeydt / dat selve is weynigh en dick / ende door fijn gewicht en grovigheydt by-nae aerdachtigh; ende daerom en kan dat met het optrecken ende de scheppinghe van den aessem / inblasinge oft rieckinghe / tot de herssenen niet komen / om al-daer den reuck te beweghen.

 

^Naar het begin van deze pagina