Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1554 Cruijdeboeck met transcriptie (overgeschreven)
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ

Voorwerk Nederlandse, Duitse, Franse, apothekers-, Latijnse en Griekse namen

Deel 1

Deel 2

Deel 3

Deel 4 Corenen, Legumina, Distelen ende dyerghelijcke
Planten Alfabetisch

Deel 5

Deel 6

Register van die cracht der Cruyden
 
Oude Nederlandse namen
* Project Dodoens
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 21-01-2023

«  Cruijdeboeck deel 4 capitel 43, bladzijde 549-550  Zie volgende pagina »

Van Ratelen.   Cap. xliii.

1  

Pedicularis palustris - Moeraskartelblad

2  

Rhinanthus angustifolius - Grote ratelaar

Tgheslacht

[549]   Ratelen sijn tweederleye van gheslachte/ dat een heeft roode bloemen ende seer ghesneden bladeren. Dat ander heeft bleecke bloemen/ ende langhe smalle bladeren.

Tfatsoen

Pedicularis palustris - Moeraskartelblad

Alectorolophos, Phthirion, Pedicularis, roode Ratelen

  • 1644 Vlaams: Ratelen (Roode)
  • 1616 Latijn: Fistularia [556]
  • 1554/1557: Alectorolophos, Crista, Fistularia, Herbe aux pouds, Leuszkraut (braun), Pedicularis, Phthirion, Ratelen (roode), Rodel, Rodel (braun)

1   Die roode Ratelen hebben cleyne seer gesneden bladeren op der aerden uutgespreyt/ ende cleyne dunne stelen som lancx der eerden cruypende/ daer aen die bladerkens wassen/ ende som recht op wassende ontrent een spanne hooch/ ende daer aen wassen die bloemen van den middel van den steel tot boven toe rontsomme gheset/ ende sijn van verwen bruyn root/ van fatsoene den dooven Netelen bloemen oock wat ghelijck. Ende als dese bloemen gheresen sijn zoo volghen daer breede teskens oft hauwkens/ daer in dat saet leyt dat bruyn ende plat es. Die wortel es teer ende dun.

Rhinanthus angustifolius - Grote ratelaar

Zie alle foto's van Bioweb Plantengids

Crista gallinacea, Crista galli, witte en geele Ratelen (Hanekammekens)

  • 1644 Vlaams: Hanecammekens, Ratelen (Geele)
  • 1616 Latijn: Crista galli [556]
  • 1554/1557: Creste de coq, Crista galli, Crista gallinacea, Hanekammekens, Ratelen (geel & witte), Rodel (geel)

2   Dat ander gheslacht van Ratelen heeft eenen rechten steel/ ende daer aen wassen smalle rontsomme ghekerfde bladerkens. Die bloemen wassen rontsomme aen dopperste van den stelen/ den bloemen van rooden Ratelen van fatsoene ghelijck/ maer bleeck geel oft wit van verwen/ ende den desen volghen oock breede teskens oft hauwkens met een plat voor open velleken/ ghelijck een blaesken bedekt. Ende daer in leyt dat saet/ dat oock plat es van verwen geel oft bruynachtich. Die wortel es dun ende cort.

Plaetse

1   Roode Ratelen wassen in vochtiche beempden/ ende sijn in die selve een hinderlick ende scadelick cruyt.

2   Die witte ratelen wassen op hooghe beempden/ ende oock op die corenvelden ende sijn oock een scadelick quaet oncruyt.

Tijt

1   Roode Ratelen bloeyen in den Meye/ ende in Braeckmaent wordt huer saet rijp.

 

[550]   2   Witte Ratelen bloeyen in Braeckmaent ende in Hoymaent/ ende schier alle den zoomer duer.

Naem

1   Dat ierste cruyt wordt gheheeten van Plinius in Griecx Alectorolophos. In Latijn Crista. In Hoochduytsch Rodel ende braun Rodel. Hier te lande roode Ratelen. Ende wordt van sommighen nu ter tijt in Griecx Phthirion. In Latijn Pedicularis/ ende in Hoochduytsch Braun leuszkraut ghenaempt/ om dat die beesten die in die beempden weyen daer dit cruyt veel wast vol luysen worden.

2   Dat ander gheslacht wordt nu ter tijt ghenaempt Crista gallinaecea ende Crista galli/ om dattet van fatsoene van bloemen ende van teskens den rooden Ratelen ghelijckt. In Hoochduytsch geel Rodel. In Neerduytsch geel ende witte Ratelen/ ende van sommighen oock Hanekammekens.

Natuere

Beyde dese gheslachten van cruyden sijn cout ende drooghe van natueren ende tsamen treckende.

Cracht ende werckinghe

1
A
   Die roode Ratelen als Plinius scrijft verstercken dat ghesichte ende maken die ooghen claer/ alsmen