Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1644 Cruydt-Boeck
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ
Voorwerk
Deel 1 Boek
1 Van de gheslachten ende de krachten der Ghewassen
2 in 't Latijn met A. B. C. D. ende E. beghinnend Planten Alfabetisch
3 in 't Latijn met F. G. H. I. K. ende L. beghinnend Planten Alfabetisch
4 in 't Latijn met M. N. O. P. ende Q. beghinnend Planten Alfabetisch
5 in 't Latijn met R. S. T.  ende V. beghinnend Planten Alfabetisch

Deel 2 Boek 6 | 7 | 8 | 9 | 10

Deel 3 Boek 11 | 12 | 13 | 14 | 15

Deel 4 Boek 16 | 17 | 18 | 19 | 20

Deel 5 Boek 21 | 22 | 23 | 24 | 25

Deel 6 Boek 26 | 27 | 28 | 29 | 30

Indiaensche oft Uytlandtsche Boomen, Heesteren ende Cruyden

Nawerk Neder-Duytsche Naemen der Cruyden

   
Middelnederlandse termen
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 28-04-2023

«  Cruydt-Boeck 1644 Deel 1 boek 1 capitel 4, bladzijde 8-9  Zie volgende pagina »

Van het onderscheydt der krachten; en welcke de eerste zijn; en van de Graden van dien

HET IV. CAPITEL.

De krachten van de droghen oft medicijnen zijn veelderhande : sommige van dien zijn d'Eerste gherekent : sommighe daer nae volghende / worden de Tweede gheheeten : daer nae komen diemen Derde krachten heet : de laetste worden de Vierde krachten ghenoemt; de welcke vande voorgaende dry niet voordts en komen / noch met haer gheene ghemeenschap en hebben / maer alleen door beproevinghen oft ervarentheydt bekent worden.

D'Eerste krachten komen van de vier elementen (dat is de vier beginselen der wereldtlijcke dingen) te weten van Vier / Locht / Water en Aerde / sonder toedoen van iet anders : daerom houtmen die oock voor het fondament ende grondt van d'andere krachten / uytghenomen nochtans de Vierde krachten; de welcke gheen openbaere oft merckelijcke eyghenschap oft qualiteyt en hebben / maer volghen meer het maecksel oft wesen van de stoffe oft substantie daer sy van ghemaeckt zijn.

Voor d'Eerste houdtmen de krachten die verwarmen / verkoelen / vocht maken / ende voorts alle die uyt de t'saemenvoeginghe van dese voordtskomen / als die warm en vocht / oft warm en droogh / oft koudt en vocht / oft koudt en droogh maken.

Tusschen dese krachten is een ander middelmatighe oft ghetemperde kracht; de welcke van dien aerdt is / dat sy haer voeght nae de ghestaltenisse oft temperature van 't ghene daer sy by ghevoeght wordt / soo dat sy van haer selven niet en verwarmt / noch en verkoelt; oock niet en verdrooght / noch oock niet vocht oft nat en maeckt. D'andere krachten worden ghenoemt nae haer meest vermoghende oft uytnemende eyghenschap ende qualiteyt; inde welcke aenmerckt wordt de maniere oft mate van haer minste oft meest onmate oft exces. Want alle 't ghene tot stoffe oft materie van de drancken oft medicijnen gebroght wordt / en is niet van eenderhande qualiteyt oft even hoogh ende werckelijck van krachten. Sommighe van die verwarmen / verkoelen / verdrooghen / ende vervochten saechtelijcker dan d'andere : sommighe doen 't selve wat meer : sommighe veel meer en sommige geweldighlijck oft aldermeest.

Dese verscheydentheden oft vertrecken van krachten worden in sommighe sekere palen oft verschillen begrepen ende besloten; de welcke van de oude Latijnsche schrijvers Ordines, in 't Griecks Taxeis 'Taxeis', en Apostaseis 'Apostaseis', van Galenus Arithmoi 'Arithmoi' oft ghetalen / van de nieuwe schrijvers Gradus ghenoemt worden; ende daerom soudemen die oock in onse taele moghen Trappen / Hooghten / Getalen / Verschillen / oft Vertrecken / oft na den ghemeynen ganck Graden heeten : de welcke in als viere zijn.

Eerste-Graed

Het eerste ghetal oft verschil begrijpt alle de krachten; de welcke van de middelmate / oft van de ghetemperheydt soo luttel verschillen / vertrecken oft afwijcken / dat sy ons lichaem wel veranderen / maer niet merckelijck : soo datmen eenige bewijsinghe van doen heeft om met redenen te betoonen / dat sy iet ghewrocht oft ghe

 

daen hebben : ghelijck d'Olie van Roosen is sulcks / dat sy de gene die verhit oft verbrandt zijn verkoelt; maer nochtans de ghene die verkoudt zijn / hinderlijck is : waer uyt blijckt / dat sy meer verkoelt / dan verwarmt; nochtans en vindtmen in haer gheene gheweldighe verkoelinghe / maer wel eene die de middelmatighe ghetempertheyt naest by komt. Op de selve wijse moetmen oordeelen van de dinghen / de welcke van eene matighe ghesteltenisse / eenighsins nae de hitte / vochtihgheyt oft drooghte afgheweken oft gheklommen zijn.

Tweede-Graed

De tweede hooghte is in de dinghen die merckelijck droogh / nat / kout oft warm konnen maken / noch en hebben gheen bewijsinghe van doen om dat te betoonen.

Derde-Graed

Tot de derde hooghte klimmen de ghene / die krachtigher dan de voorgaende / nochtans niet al te gheweldigh en zijn.

Vierde-Graed

De vierde ende alderlaetste hooghte is van al de ghene die met ghewelt hunne werckinghe stracks ten eynde brenghen / ende alderverste van de middelmatigheydt afwijcken : te weten onder de heete dinghen / die seer scherp ende brandende zijn / als die de huyt quetsen / blaerkens en schorffen maken : onder de koude / die verdooven ende het ghevoelen benemen. Maer men vindt geene dingen die in den vierden graedt drooge zijnde / te saemen oock niet brandende en zijn / als Paulus Egineta betoont met het Kalck / Koper-root ende Misy; die wel ten uytersten drooghen / maer oock heel brandende zijn. Dan onder de drooghe in den derden graedt / moghen wel eenighe wesen / die niet en branden; te weten alle die gheweldigh te samen trecken : van d'welcke wy hier nae breeder sullen schrijven.

etc.

 

^Naar het begin van deze pagina