|
In het voorgaende tweede Deel hebben wy de
Bloemen ende de Welrieckende oft Krans-cruyden, midtsgaders de
ghene die kranssen van bloemen draghende zijn, in 't langhe beschreven
: maer nu in dit derde Deel is ons voornemen van alle de andere
cruyden te handelen, die van de Medicijns meest bekent zijn, ende
in de Apoteken veel ghebruyckt worden; als zijn alle de cruyden
die wortelen hebben die tot veele dinghen nut ende seer bequaem
gevonden zijn; ende de ghene die een Purgerende, dat is den buyck
weeck oft suyvermakende kracht hebben; by de welcke de Climmen
ende Winden oock ghevoeght worden ende te samen beschreven, om
dat veele van die onder de Purgerende dinghen gherekent plegen
te zijn. Onder dese hooren oock alle de gene die een doodelijcke
oft seer schadelijcke kracht ende eygentschap hebben; ende bovendien
oock de Varen-cruyden, de gheslachten van Mosch, ende alle de gheslachten
van Campernoellien.
Dan in de beschrijvinghe van dese sullen wy dit vervolgh ende
dese schickinge houden; naementlijck, dat de Wortelen voor allen
gaen, ende in het eerste Boeck van dit Deel beschreven worden,
dat is in 't elfste van dit ons gantsch Werck. Daer nae volghen
de Purgerende dinghen, ende bevanghen den tweeden, dat is den twaelfsten
Boeck. Ten Derden komen de gheslachten van Clim oft Winden, begrepen
in den derthiensten Boeck. Ten Vierden worden in het vierthienste
Boeck alle de doodelijcke oft schadelijcke soorten van ghewas beschreven.
Den Vijfden ende laetsten van dit Deel, dat is den vijfthiensten
Boeck van dit gantsche Werck, sal inhouden de beschrijvinghe van
de Varen-cruyden, Mosch ende Campernoellien.
Dit teghenwoordigh elfste Boeck, als het eerste van dit derde
Deel, 't welck de beschrijvinghe van de Wortelen inhoudt, en begrijpt
alle de wortelen niet, diemen daer onder soude mogen bevatten ende
by een konnen halen; maer inhoudt alleen de wortelen die onder
de Winden, Climmen, Purgerende cruyden, ende Moes-cruyden, oft
onder eenighe andere gheslachten niet en konnen noch oock niet
en moghen gerekent ende ghebroght wesen : want veele cruyden die
grote ende seer krachtige wortelen hebben, zijn van ons elders
ende by andere geslachten van cruyden beschreven ende gerekent
geweest, ende dat alleen door de groote gelijckenisse ende gemeynschap
van gedaente oft krachten, die sy hadden met eenige van de gene
onder het geslacht ende bende, van de welcke sy gerekent ende beschreven
zijn gheweest. Sulcks zijn het Lisch ende de Peonie; de welcke
door dien sy schoone ende lustighe bloemen hebben, daerom oock
onder de Bloemen van ons getelt ende gestelt zijn. Scammonium ende
de Bryonia, ende meer andere dierghelijcke, door dien sy haer om
andere winden ende daer op klimmen, worden daerom onder de soorten
van Clim ende Winde gherekent. De Eetbare wortelen worden by de
Moes-cruyden beschreven. Ende soo komt het by, dat wy in dit Boeck
soo groote menighte van cruyden niet beschrijven en sullen, als
wy ghedaen souden hebben, hadden wy alle de cruyden, die eenige
groote krachten in haer wortelen hebben, te samen in een Boeck
willen begrijpen. |