Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1644 Cruydt-Boeck
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ
Voorwerk
Deel 1 Boek 1 | 2 | 3 | 4 | 5
Deel 2 Boek 6 | 7 | 8 | 9 | 10
Deel 3 Boek 11 | 12 | 13 | 14 | 15
Deel 4 Boek 16 | 17 | 18 | 19 | 20

Deel 5 Boek 21 | 22 | 23 | 24 | 25

Deel 6 Boek
26 Van de stekelighe oft doornachtighe heesteren Planten Alfabetisch
27 Van de Heesteren sonder doornen Planten Alfabetisch
28 Van de Boomen die vruchten draghen Planten Alfabetisch
29 Van de Wilde Boomen Planten Alfabetisch
30 Van de altijdt groene, harstdraghende ende andere dieghelijcke Boomen ende boomachtigh ghewas Planten Alfabetisch

Indiaensche oft Uytlandtsche Boomen, Heesteren ende Cruyden

Nawerk Neder-Duytsche Naemen der Cruyden

 
Middelnederlandse termen
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 28-04-2023

«  Cruydt-Boeck 1644 Deel 6 boek 26   Zie volgende pagina »

Voor-reden.

[1161]   Tot nu toe hebben wy met de beschrijvinghe der cruyden meest besigh gheweest : de welcke nae ons voornemen voldaen zijnde, is het reden dat wy vervolghens van de Heesteren ende Boomen spreken; ende daer mede dit seste ende laetste Deel deses Cruydt-Boecks ten eynde brenghen. Om 't welck te doen, sullen wy eerstelijck, dat is in dit teghenwoordigh ses-en-twintighste Boeck, handelen van de heesteren die aen haer bladeren oft steelen oft andere deelen met stekelinghen oft doornen beset zijn. Daer nae, te weten in het seven-en-twintighste Boeck, sullen wy de andere heesteren beschrijven, die gheen doornen oft stekelinghen en hebben. Ten derden, dat is in het acht-en-twintighste boeck, sal volghen de beschrijvinghe van die Boomen, wiens vruchten den mensche nut, oft eetbaer zijn. Ten vierden, dat is in 't neghen-en-twinghste Boeck, sullen de andere Boomen beschreven worden, die gheen nutte oft eetbaere vruchten en draghen : die wy daerom Wilde Boomen ghenoemt hebben. Maer ten vijfden ende ten laetsten, dat is in ons dertighste Boeck, sullen wy sprecken van de Boomen die altijdt groen blijven; onder de welcke oock begrepen worden de ghene die harde vvruchten ende oock de ghene die Harst ende Peck draghen, diemen in 't Latijn Coniferae & Resiniferae arbores pleeght te noemen.

Dit ghedaen zijnde, sal ons tegenwoordigh Werck tot een eynde ghebroght zijn, 't welck seer langhe van ons voorghenomen, ende somtijdts beghonst zijnde, voor desen tijdt nochtans niet heel volmaeckt en heeft konnen worden : eensdeels door dien, dat my de ledigheyt ende gelegentheyt ontbrack om 't selve te doen, aenghesien dat het dagelijcks ende nootsaeckelijck versoeck van mijne krancke my het meestendeel van mijnen tijdt wegh neemt : eensdeels oock om dat ick hert noch sin en hadde om my daer toe te verledighen, ghemerckt dat mijn eyghen teghenspoet, ende het overdencken van het groot iammer ende kommer, daer mijn vaderlandt, ende oock alle dese Nederlanden teghenwoordigh in zijn, my altijdt van mijn Boecken ende schriften afroepende, ende veel beletsel doende, daerom my seer selden toeliet om tot volmaeckinghe van dit begonste Werck eenighen tijdt ende stade te vinden oft te soecken.

Voorts soo hebben wy met de beschrijvinghe van de doornachtighe oft stekelighe heesteren dit seste ende laetste Deel willen beghinnen, om dieswille dat wy in het laetste van 't voorgaende Deel van ettelijcke stekende oft doornachtighe cruyden ende Distelen ghesproken hebben. Want soo en sal den sprongh ende overgangh van de cruyden tot de heesteren niemanden vremdt oft nieuwduncken te wesen, als den Leser van de doornachtighe cruyden tot de doornachtighe heesteren tredende, noch van eenerhande ghewas sal meynen te lesen; ende gheen reden en sal hebben om hem te beklaghen, dat de ghelijcke soorten van ghewas bijsonderlijck ende verre van den anderen beschreven zijn.

 

^Naar het begin van deze pagina